TU Delft presenteert schaalmodel en cabine energiezuinige Flying-V
Tijdens de KLM Experience Dagen presenteert de TU Delft een deel van de cabine en een vliegend schaalmodel van de energiezuinige Flying-V. Dit V-vormige vliegtuigontwerp verbruikt naar verwachting 20 procent minder energie door de verbeterde aerodynamische vorm en een lichter gewicht. Met het ruim 3 meter brede schaalmodel wordt later dit jaar gevlogen. De cabine heeft een experimentele inrichting met vier soorten zitplaatsen, waaronder groepszitjes en opklapbare bedden in de economy-klasse. De TU Delft Flying-V – een samenwerking met KLM – is een van de routes die aan de TU Delft onderzocht worden om de luchtvaart te verduurzamen. TUD-decaan Henri Werij: ‘Uiteindelijk moet de luchtvaart volledig draaien op duurzame energie, CO2-neutraal. Ik ben ervan overtuigd dat we dit gaan bereiken.’

Hoogleraar Peter Vink en industrieel ontwerper Thomas Rotte maakten de ontwerpen voor de nieuwe, ovaalvormige cabine waarbij ze de kennis van lichtgewicht ontwerptechnieken en van passagierscomfort combineren. Vink: ‘De Flying-V kan worden ingericht zoals de klant dat wil, traditioneel zoals in de huidige Airbus A350, of radicaal anders. Het doel van ons interieurconcept van de Flying-V is om de passagiersbeleving te verbeteren bij een lager gewicht en met passagiersaantallen vergelijkbaar met de huidige Airbus A350. In het concept, tot stand gekomen met tachtig studenten Industrieel Ontwerpen, zijn vier typen zitplaatsen meegenomen: bedden, loungeplekken, groepszitjes en individuele zitplaatsen. We benutten de ovale vorm door bedden te maken en positioneren de stoelen in de vliegrichting, zodat passagiers niet schouder aan schouder zitten.’
Het vliegende schaalmodel is 3,06 m breed en 2,76 m lang. De uit de kluiten gewassen drone is bedoeld voor scaled flight testing. Tijdens de testvlucht wordt bijvoorbeeld gemeten hoe stabiel het vliegtuig is en onder welke hoek het vliegtuig het beste kan opstijgen en landen. Het bouwen van een schaalmodel is overigens geen sinecure: het model moet alle systemen bevatten die het vliegen en besturen mogelijk maken, maar ook alle sensoren die het gedrag van het vliegtuig kunnen meten en doorgeven.
Een veel gestelde vraag over de Flying-V is of het voor passagiers niet oncomfortabel wordt door extra g-krachten die ontstaan. Projectleider Roelof Vos: ‘Uit onderzoek van Airbus is inmiddels gebleken dat passagiers daar geen last van hebben, omdat ze voorin de vleugel zitten. Maar dit geeft wel aan dat je bij zo’n radicaal ander vliegtuigontwerp werkelijk alles opnieuw moet testen en meten.’ Vos hoopt nog dit jaar de eerste vliegtests te kunnen uitvoeren.
Vos: ‘Er is nog veel onderzoek nodig, onder meer naar de vliegprestaties, geluid en het inpassen van de Flying-V in huidige luchthavens.’ De Flying-V is een van de onderzoekslijnen van de TU Delft naar het verduurzamen van de luchtvaart.